Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Breng voort [25]het blinde volk, hetwelk [26]ogen heeft, en [27]de doven, die [28]oren hebben. 25. Dat is, het volk, dat van nature blind is en niet ziet in goddelijke zaken. 26. Te weten vleselijke of lichamelijke, maar geen geestelijke ogen, die door den Heiligen Geest verlicht zijn. 27. Te weten die van nature het woord en den wil Gods niet horen of verstaan. 28. Te weten lichamelijke oren, maar geen geestelijke oren.